Column Ron Koenen
Column Ron Koenen Cartoon Ted Lenssen

Dierenweide e.o. 2.0

Column

Vierlingsbeek is natuurlijk een prachtig dorp. Een groene parel aan de Maas. Eigenlijk hebben we als dorpsinwoners niks te klagen. Nou, bijna niks dan. Want de oproep van de dorpsraad aan inwoners om verbeterpunten in de openbare ruimte aan te dragen, leverde toch een aantal concrete ‘kwesties’ op.

Aandacht wordt bijvoorbeeld gevraagd voor de omgeving van de dierenweide. Nee, niet voor dierenweide zelf. Want die is prachtig opgeknapt. De dieren die er nu hun thuis hebben, hebben alle ruimte om het zichzelf naar de zin te maken. Ze hebben een dak boven hun hoofd, krijgen op tijd te eten, kunnen in hun eigen ‘natuurzwembad’ plonsen en hebben over aandacht niks te klagen.

Dat laatste was in de tijd dat onze drie kinderen nog kleine schatjes waren, ook al zo. Ontelbare keren ben ik op mijn toenmalige papadag, de vrijdag, naar de dierenweide gekuierd om daar de dag door te komen. Met in de kinderwagen zakken vol oud brood, resten groenten en fruit en vers gesneden gras was het een bijna wekelijks vrijdags uitje. Zeker in de lente en de zomer, als het zonnetje lekker scheen en het blauwe wolkendek uitnodigend naar ons lachte alsof het wilde zeggen: ‘Kom naar mij, kom lekker naar buiten’.

Het was in die tijd alleen wel altijd oppassen voor een op het oog lieve pony in de dierenweide, want die was nog weleens overenthousiast. Als je niet oppaste, beet die ook nog in je vinger, of erger, in die van een van de kinderen, als je hem zijn dierenlekkernij iets te lang voorhield. Ik kan me ook nog een enigszins wild schaap voor de geest halen. Die wollige vriend (ik denk dat het een mannetje was) was zo jaloers als je bijvoorbeeld de hertjes aan het voeren was, dat hij die lieve reetjes achternaging en ze wegjoeg. Tot groot verdriet en boosheid van onze kinderen. Die liepen, na de eerste keer dat dat gebeurde, voortaan om de omheining heen, naar de andere kant van waar dat, in hun ogen boze, gemene beest, op dat moment was. Tientallen rondjes hebben ze met oude broodjes en voedselresten om het dierenparkje gesjouwd. Met hun ogen gericht op en - met hun vinger wijzend naar - hét schaap. 

Het speeltuintje aan de achterkant van de dierenweide, dat was in die tijd ook al niet zo bijzonder. Er stonden, voor zover ik me kan herinneren, een schommeltoestel met twee zitjes, een grote wip en zo’n kipwip, zo’n slap, flexibel wipding, waar je meteen van afdonderde. En in het zand kon je een beetje spelen, maar dat was het wel. Ik ben woensdagmiddag even op locatie gaan kijken, zo is de invulling tien jaar later nog steeds! 

Vreemd vind ik het dan ook niet dat er bij de dorpsraad om een betere invulling van dat speeltuintje wordt gevraagd. Vooral voor jonge kinderen van 0-5 jaar. Waarschijnlijk een verzoek, ingediend door een ouder met kinderen in die leeftijd, of een opa of oma (of beiden) die in de omgeving van de dierenweide, net als ik vroeger, ook een heerlijk ‘hoe- kom-ik-in-godsnaam-deze- dag-door?’-uitje heeft gevonden. Prima verbeterpunt dus, wat mij betreft. 

En dan is er ook nog een dorpeling die in de omgeving van de dierenweide een pluk-, vlinder- en/of insectentuin wil, een plek waar je helemaal tot rust kunt komen, onderwijl genietend van het gefladder en gezoem om je heen. Ook dat lijkt me in de huidige, hectische tijd een prima plan, maar mijn advies zou wel zijn om zo’n ‘tuin’ aan de randen van het park te realiseren. Bijvoorbeeld in de buurt van de vijver of bij de vrijheidsboom, want we willen natuurlijk niet dat onze kleine koters, als ze aan het spelen of aan het voeren zijn, lek worden geprikt door bijen, wespen en/of muggen. En datzelfde geldt natuurlijk ook voor hun lijfwachten, hun ouders en/of grootouders. De gezondheidszorg staat toch al zo onder druk de laatste tijd!

Ik zou bij de realisatie van zo’n speelse, groene fladdertuin ook meteen de verbinding met Vivara zoeken, want de Venrayse natuurproductendirecteur Jan Thomassen heeft vast nog wel wat vlinder-, bijen-en lieveheersbeestjeskastjes en/of een insectenhotel over voor dit sympathieke diereninitiatief. Zeker als er een bordje met een verwijzing naar zijn belevingscentrum en zijn eigen, lekker verwilderde natuurtuin aan de Overloonseweg bij komt te staan. Dat sluit er mooi op aan. Een win-winsituatie, zou ik zeggen.

En dan de skatebaan. Past die in het groenige concept voor het parkje? Daarover verschillen de meningen in het dorp. De een stoort zich eraan, de ander vindt dat de skatebaan moet blijven. Natuurlijk is het een hangplek, maar is dat erg? Zolang er niet te veel overlast van wordt ervaren, niet. Toch? En wat is overlast? Natuurlijk, rommel achterlaten is uit deze boze. Maar is het zo erg als jongeren er hun sport kunnen beoefenen en chillen? Nee, toch? Het is een rustige plek, waar ze tussen de bomen, een beetje uit het zicht, op hun gemak hun ding kunnen doen.

In andere dorpen en steden zijn skatebanen, of eigenlijk -ramps, nog altijd erg in trek. Bij jong en oud. En niet alleen bij skateboarders. Ook kinderen met stepjes, BMX-fietsjes en skeelers leven zich uit op de diverse ‘ramps’. Als we dan toch bezig zijn om het iedereen naar de zin te maken, jong en oud, dan zou ik proberen ook de (opgeschoten) jeugd hun plek geven in een prachtig en uitgebreid skatepark, want de huidige skatebaan ziet er toch wat eenvoudig en troosteloos uit. Een skate-ontmoetingsplek is goed voor de beweging, de sociale contacten en na het sporten smaakt een (energie)drankje of biertje toch nog net even wat lekkerder. Stuur er af en toe een straatcoach heen om met ze te praten, hun gevoel en mening te peilen en op een losse manier wat levenslessen te geven, en klaar is Kees.

Hebben we het plan dan rond? Nee, nog niet helemaal. Want ook het bruggetje over de vijver mag wel een opknapbeurt, minimaal een behandeling met een verfkwastje en een schuursponsje, krijgen. En wellicht kan ook voor de vijver een leuke, eigentijdse invulling worden gevonden. Kunnen we er niet, net zoals in Oeffelt, een hondenzwemparadijs van maken? Een eigen Ut Poeleke? Met toiletvoorzieningen voor baas en hond?

Wat mijns inziens zeker moet blijven? Die slingerweggetjes. Want die zou ik echt gaan missen. Ik vind het heerlijk om doelloos door dat park te kronkelen. Onze kinderen hebben er hun bochten leren fietsen. Lekker veilig, want als je valt, val je relatief zacht met je snufferd in het hoge, zachte gras. En ook voor veel hardlopers is het dat extra rondje, zijn het net die extra meters, om ze met een dolgelukkig en voldaan gevoel huiswaarts te laten keren.

Beste dorpsraad, ik zou zeggen: neem het gratis advies mee in de planvorming, zet het op jullie lijstje erbij. En vul het aan met ideetjes van andere dorpelingen die genieten in en om het dierenparkje. Laten we samen een plan de campagne voor het Vierlingsbeekse dieren- en speelpark maken, een ontwerp dat klinkt als een klok. Groen, levendig en rustgevend, een ontmoetingsplek voor jong en oud. Voor nu en in de toekomst.

Ook voor als ik over een paar jaar (de vijftig lentes naderen immers rap) opa ben, met hopelijk een stuk of wat van die schreeuwende kleinkinderen. Heerlijk! Ik kijk er nu al naar uit, naar die vrijdagse opadag bij dierenweide e.o. 2.0.

PS: Knel- of verbeterpunten in de openbare ruimte kunnen nog steeds worden doorgeven aan de dorpsraad. Zie hiervoor eerder bericht: www.ilovevierlingsbeekgroeningen.nl/nieuws/vierlingsbeek/91529/-geef-knelpunten-en-of-wensen-openbare-ruimte-door-