Het station in Vierlingsbeek ligt ook de Maaslijn.
Het station in Vierlingsbeek ligt ook de Maaslijn. Foto: Persfoto

Zorgen over vertraging upgrade Maaslijn: ‘hoofdpijndossier’

Vierlingsbeek

‘Met grote bezorgdheid hebben we kennisgenomen van de berichtgeving dat de elektrificatie van de Maaslijn wederom wordt uitgesteld. Het lijkt inmiddels een hoofdpijndossier te worden. In 2016 was het nog de planning dat het project vier jaar later, in 2020, gereed zou komen. Maar sinds 2019 wordt ernaar gestreefd om de elektrificatie afgerond te hebben in 2023, uiterlijk 2024. Maar reeds in 2021 is deze planning op losse schroeven komen te staan. Toen zijn er extra middelen gevonden om het project toch in 2024 af te kunnen ronden’.

Dat schrijven de raadsleden Lian Nabuurs en Twan Stiphout van het CDA in hun inleiding op hun schriftelijke vragen aan B en W over de vertraging van de elektrificatie en plaatselijke verdubbelingen van de spoorlijn. Hoe wordt gewaarborgd dat de dienstregeling op de Maaslijn tussen  Roermond en Nijmegen stabiel en betrouwbaar blijft?, zo vragen ze zich onder meer af. Het Land van Cuijk heeft met Vierlingsbeek, Boxmeer en Cuijk drie stations langs de Maaslijn.

De oplopende prijzen van bouwmaterialen, onder meer door de oorlog in Oekraïne, zijn volgens spoorwegbeheerder ProRail de oorzaak van de vertraging. In eerste instantie zou de verbetering van het stuk spoor al in 2020 gereed moeten zijn. Maar keer op keer was er uitstel en werd de klus almaar duurder.

Het CDA maakt zich nu zorgen over de gevolgen van het uitstel. ‘We maken ons zorgen over de bereikbaarheid van onze gemeente in de toekomst, voor zowel het bedrijfsleven, maar ook voor de scholen en onze inwoners. De Maaslijn is namelijk een van de langste, drukste en meest intensief bereden enkelsporige spoorlijn van Nederland. Door het uitstel wordt er dus ook langer met vervuilende dieseltreinen gereden. Daarnaast wordt er al jaren niet geïnvesteerd in nieuw treinmaterieel en wordt de dienstregeling steeds instabieler, door defecte en uitvallende treinen’.

De partij wil dat B en W in actie komt en druk op de ketel zet. ‘Wil het college samen met omringende gemeenten een actieve rol spelen om de betrokken colleges van Gedeputeerde Staten en het ministerie van I&W van deze problemen te doordringen? Hoe en op welke termijn pakt u dit, anders dan tenminste het schrijven van een brief, aan?’, zo vragen de twee raadsleden aan het college.