Op het braakliggende terrein aan 't Hulder komen dertien levensloopbestendige woningen.
Op het braakliggende terrein aan 't Hulder komen dertien levensloopbestendige woningen. Foto: Persfoto

Aan de slag met ’t Hulder, maar natte voeten niet uitgesloten

Vierlingsbeek

Op het al vele jaren braakliggende terrein van de voormalige gemeentewerf komen in Vierlingsbeek dertien levensloopbestendige woningen. Daarvoor is wel een bestemmingsplanwijziging nodig van ‘bedrijf’ naar ‘wonen’. Daarmee ging de voltallige raad donderdag akkoord en dus ook met woningbouwplan ’t Hulder. Toch waren er nog vragen.

Aanvankelijk stond het het plan als een hamerstuk op de agenda. Maar het Maashese raadslid Johan Hermanussen (samen met Marc Oudenhoven uit Vierlingsbeek lid van de tweemansfractie Liberaal Land van Cuijk, red.) wenste er toch een bespreekstuk van te maken. Ook Vierlingsbekenaar Jan Stoffelen (CDA) had er nog vragen over. 

Die vragen hadden te maken met Rob Branje, omwonende van ’t Hulder, die donderdag 14 oktober raad en college meedeelde minder blij te zijn met het project. Hij stelde vast, ook namens andere omwonenden, dat met de opmerking dat het project ‘een geweldig voorbeeld is van participatie met omwonenden’ de plank volledig wordt misgeslagen.

“Wij begrijpen dat er in deze tijd met beperkt woningaanbod vanuit de gemeente Boxmeer behoefte is om te bouwen. Ook voor de leefbaarheid van Vierlingsbeek. Jammer is wel dat in dit geval de belangen van de omwonenden nauwelijks zijn meegenomen.” Branje wil eerst grondige antwoorden op de bezwaren en vragen van omwonenden, voordat de raad instemde. In het bijzonder over de grootte en positie van de woningen en de waterhuishouding. De definitie van wethouder Peter Stevens over een levensloopbestendige woning (‘een woning met een traplift waar je van 0 tot 133 jaar oud kunt wonen’) schoot bij Branje in het verkeerde keelgat. “Dan kunnen er ook villa’s komen met als gevolg inbreuk op de privacy”, betoogde Branje. Daarbij gaan omwonenden, zo vreest Branje, vanwege hoogteverschillen als ‘afvoerputje’ dienen na een regenbui.

Wethouder Peter Stevens stelde vast dat het Branje vooral te doen is om de hoogte van de woningen. Daarover hoeven de inwoners zich geen zorgen te maken, vond Stevens. Wat de waterhuishouding in dat gebied betreft: Stevens gaf toe dat Branje op een laag punt zit en wateroverlast kan krijgen. “Maar er liggen wadi’s om de grootste pieken op te vangen. Maar op extreme regenval kunnen we niet voorsorteren, nergens in Boxmeer. Dan hebben we een probleem. Maar we zijn blij dat de das in het gebied weg is en we daar na een groot aantal jaren aan de slag kunnen.”