De eerder verdwenen grauwe klauwier is weer in De Maasheggen gespot.
De eerder verdwenen grauwe klauwier is weer in De Maasheggen gespot. Foto: Pixabay

Tellingen: het lijkt beter te gaan met dieren en planten in De Maasheggen

Regionaal

Het lijkt beter te gaan met de dieren en planten die in De Maasheggen leven. Die (voorzichtige) conclusie kan worden getrokken uit de telling van de soorten die in het gebied voorkomen. Op 20 november jongstleden werden de resultaten van de monitoring 2023 gedeeld tijdens een bijeenkomst in Het Kruispunt in Beugen. Dat meldt Maasheggen UNESCO in zijn deze week verspreide digitale nieuwsbrief. 

In het afgelopen jaar zijn tientallen vrijwilligers De Maasheggen ingetrokken om de meest voorkomende dieren en planten te tellen. In totaal zijn er twintig telgebieden in De Maasheggen. In zeventien van die gebieden worden nu al regelmatig de dieren en planten geteld. Voor de resterende drie gebieden worden nog tellers gezocht. Interesse? Aanmelden hiervoor kan via info@maasheggenunesco.com

‘De resultaten van de monitoring 2023 laten zien dat in het afgelopen jaar veel grasmussen zijn gespot en ook de zomertortel, de nachtegaal, de goudvink, de spotvogel én zelfs de eerder al verdwenen grauwe klauwier in De Maasheggen zijn waargenomen’, zo valt in de nieuwsbrief te lezen. ‘In het noordelijke deel van het gebied is de bijzondere kamsalamander gezien. Ook de alpenwatersalamander en de poelkikker komen er veel voor. Dat er meer amfibieën voorkomen in het noordelijke deel van De Maasheggen is vooral te danken aan het herstel en de aanleg van poelen in dat gebied.  De betrokken soortenorganisaties gaan zich in het komende jaar actief inzetten om nog meer grondeigenaren te betrekken bij de monitoring en hen te motiveren het goede beheer te doen. Daarnaast is voorgesteld om meer onderzoek te doen naar de relatie tussen de aanwezige flora en fauna en het beheer van De Maasheggen. Bij al het goede nieuws waren er ook zorgen, vooral over de essensterfte. Inmiddels buigt een werkgroep van beheerders zich over de vraag hoe kan worden voorkomen dat nog meer essen het niet overleven’.